De bergen in

Wij hebben het plan opgevat om een weekje aan de voet van Pyreneeen door te brengen. De Spaanse kant, want daar hebben we eerder goede ervaringen mee opgedaan.. De rit naar het zuiden verloopt voorspoedig, zeker tot aan Parijs. We willen eigenlijk met een wijde boog om de stad heen rijden, maar de Tomtom besluit anders. Hij stuurt ons met strenge instructies de Boulevard Périphérique op, waar we ons in de Franse verkeerschaos storten. Op een gegeven moment besluit de Grote Navigator opeens dat het lonend is om de boulevard te verlaten, een paar honderd meter over een vaag stuk asfalt te rijden en vervolgens weer trachten in te voegen tussen het toeterend blik. We doen dit braaf en verlaten Parijs een tijdje later min of meer levend.
Om een uur of vijf starten we de booking.com app op en zoeken een onderkomen niet te ver van de tolweg. Onmiddelijk na de bevestigingsmail worden we gebeld door de eigenaresse van het hotel. Spreek ik misschien Frans of Engels? ‘Un peu’ en ‘yes’, laat ik weten. Verrassend genoeg gaat ze verder in heel behoorlijk Engels. Fransen en Engelsen hebben altijd een soort haat-liefde verhouding met elkaars taal. En misschien kan liefde daar wel uit geschrapt. Engelsen leren zeker ook Frans op school, maar merken dan tot hun verrassing dat in Frankrijk geen mens hun pogingen verstaat. Zij zeggen dan verontwaardigd dat ‘the bloody French don’t even speak their own language properly’ en dat komt volgens hen doordat de Fransen vasthouden aan hun ‘continental pronunciation’. De vriendelijke dame echter redt zich prima in het Engels en vraagt of wij soms de maaltijd daar willen gebruiken, met een ander Nederlands stel dat in het hotel verblijft. En of wij toch niet liever kiezen voor de wat duurdere kamer en-suite, die een breder bed heeft. Als we een uurtje later bij het hotel arriveren biedt zij ons die kamer opnieuw aan, met een behoorlijke korting. Het bed is heerlijk. De maaltijd ook, overigens. Elke keer als wij voldaan achterover leunen om het eten te laten indalen veschijnt er weer een volgende gang. Kortom, een goed begin van onze vakantie.




De volgende dag rijden wij door naar onze bestemming in een klein Spaans dorpje. De Tomtom stuurt ons eerst naar een ander dorpje, maar een vriendelijke inwoner vertelt ons in rap Spaans dat wij in het vorige gehucht moeten zijn en dat het bewuste huis aan de rand daarvan ligt en makkelijk te vinden is. Ik versta er geen woord van, behalve de naam van het dorp, maar ik bedank hem hartelijk (hoop ik) en vijf minuten later staan we bij ons huisje. prima ingericht en met een terras op de tweede verdieping, dat een weids uitzicht biedt op de bergen in de verte. Op slechts enkele tientallen meters vliegen Aasgieren boven ons langs. Natuurlijk hebben wij die in Nederland ook, maar daar zweven ze hoog boven het gewone volk, op zoek naar bonussen en vertrekpremies. 
Een nachtegaal zingt de hele dag en een groot deel van de nacht vanuit een boom naast ons terras. Heerlijk. Vakantie.











Reacties

Populaire posts van deze blog

Het verre oosten dichterbij

Het Hoge Noorden