Gambia, deel 1

Het is maar een uur of zes vliegen naar Gambia. Een rechtstreekse vlucht vanaf Schiphol naar Banjul. Althans, daar gaan we van uit. Boven Frankrijk aangekomen echter, kijkt de piloot even op de benzinemeter en denkt: ach, ik had moeten tanken, stom, stom, stom…. Hij deelt de passagiers mee dat er een korte tussenstop gedaan wordt in Faro. Een goedkoop zelftank stationnetje, waarschijnlijk. De vrouw naast ons zit er allemaal niet mee. Zij is helemaal vol van haar eerste reis naar Afrika.
’We gaan daar wandelen met tijgers’ deelt ze ons enthousiast mee. ‘Het waren toch tijgers, Aad?’ 
‘Leeuwen, schat, volgens mij zijn het leeuwen.’
Gezien het continent waar we heen op weg zijn, denken wij dat hij het bij het rechte eind heeft.
Wijzelf zijn niet van plan te gaan wandelen met leeuwen. Niet vrijwillig in elk geval. 




In het hotel krijgen wij een kamer in de buurt van het zwembad. De kamers zijn eigenlijk geschakelde huisjes die verspreid in een aantal blokken in de uitgebreide tuin van het hotel liggen. In ons blok hebben de huisjes twee verdiepingen, zodat we ook bovenburen hebben. Luidruchtige Noorse jongeren, die tot ’s-avonds laat onze rust verstoren. Wij kijken het een paar avonden aan, voordat we bij de manager aankloppen om een andere kamer. Geen probleem, de Noren hebben al meer slachtoffers gemaakt. We krijgen een heerlijk plekje helemaal achter in de tuin, met uitzicht op de naastgelegen golfbaan en een verzonken gedeelte van de tuin waar een stuk of 10 grote schildpadden gehuisvest zijn. Een merkwaardig agressief groepje trouwens. Met grote regelmaat rennen ze achter elkaar aan en proberen daarbij de ander omver te gooien. Dat lukt ook af en toe en wij moeten dan even een schildpadje keren. Als de agressie voorbij is wordt met hetzelfde enthousiasme overgegaan tot het creëren van een nieuwe generatie schildpadden. Ik wil hier niet teveel op de details ingaan, maar konijnen zijn bleue wezentjes, vergeleken bij deze schildknapen.





Niet ver van ons huisje is er een uitkijkplatform , speciaal voor de vogelaars. Dat biedt uitzicht op een stuk slik, dat, afhankelijk van het tij, onder water staat of droog valt. Vanaf het pad beneden ons, klinkt opeens een opgewekt ‘Hello, do you want to see the owls?’ Over dit openingszinnetje had ik al gelezen. Het is de standaard lokzin van de lokale bevolking als ze iemand met een verrekijker zien. Niet dat ze weten waar er zich een uil bevindt, maar als ze de argeloze toerist aan de haak hebben, lost dat probleem zich wel op. Deze jongeman echter, draagt het t-shirt van de Gambia Bird Guides Association en dat staat wel garant voor echte kennis van vogels. Wij laten ons dus meenemen voor een korte wandeling over de golfbaan en langs de Kotu Creek. Uilen laat hij ons natuurlijk ook niet zien, maar wel een keur aan andere kleurrijke, nieuwe vogels. Wij besluiten ‘Bax’ dan ook te contracteren voor een ‘guided walk’ de dag daarna.



Tevreden keren wij terug naar het hotel voor onze avondmaaltijd temidden van veelal rokende en uitbundig getatoeëerde Scandinaviërs. Eén van de vikingen zit zelfs zo volledig onder de inkt, dat alleen op de rechterhelft van zijn gezicht nog zijn normale huidskleur te zien is. Wij stellen ons vast zijn sollicitatiegesprek voor bij de Noorse Landkredit Bank.

‘Mijn CV staat op m’n linkerdij, leest u maar….’

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het verre oosten dichterbij

Het Hoge Noorden