Costa Rica deel 2, Boca Tapada
Met enige weemoed nemen wij afscheid van Selva Verde. De oranje armbandjes mogen af en dat voelt toch, alsof we een stukje houvast inleveren. We krijgen een 'big hug' van Dave, onze nieuwe Amerikaanse vriend uit Denver. Hij is een fanatieke vogelaar en fotograaf en is er al diverse malen op uit geweest met lokale gidsen. En met ons. Weliswaar is zijn echtgenote ook aanwezig, maar het contact tussen hen beiden beperkt zich tot het ontbijt 's-ochtends en het tanden poetsen 's-avonds. Een bestendige relatie.
Maar goed, wij gaan op weg naar Boca Tapada, verder het naar het noorden, tot dicht bij de grens van Nicaragua. We zijn al gewaarschuwd dat de laatste 20 kilometer van de weg niet in optimale conditie is. Dat klopt. Onze Toyota Rush krijgt het zwaar te verduren, maar in het besef van de all-risk verzekering, crossen wij glimlachend door de kuilen.
Bij de lodge worden we welkom geheten door Kurt, de Duitse eigenaar. Hij geeft ons over in de vertrouwde handen van de 'second-in-command', Adolfo. Of dat zijn echte naam is, weten we niet. Het kan zijn dat Kurt daar een rol in gespeeld heeft natuurlijk. Adolfo is een hartelijke enthousiaste man, die ons het terrein laat zien, belooft met ons te gaan kanoën en de 'frog tour', de cayman tour' en de 'hummingbird garden' van harte aanbeveelt.
Even later arriveert er een buslading Duitse toeristen en die eisen zijn aandacht volledig op. De groep heeft net een 'cayman tour' gedaan. Een enkele kaaiman gezien, dat wel, maar een tam exemplaar dat zo ongeveer met de hand gevoerd werd. De frog tour, die wij bij Adolfo boeken, blijkt van hetzelfde gehalte. Daar zijn we wel op voorbereid, overigens. Een Canadees echtpaar heeft de tour de avond daarvoor gemaakt en waren toch enthousiast over de fotografische mogelijkheden. 'But you do need a strong torch'! Zij zijn zo vriendelijk om ons hun eigen spotlight mee te geven, die genoeg licht geeft om de meeste levende wezens die we gaan tegenkomen, volledig te verblinden. In het duister vertrekken wij naar een huisje in het dorp, waarnaast een vijver ligt, omringd door dichte begroeiing. Daar vinden wij inderdaad enkele kikkertjes, maar daarna haalt de lokale bewoner uit een paar kweek vijvertjes de ene na de andere Costaricaanse gifkikker en zet die op een plant neer om gefotografeerd te worden. Het wordt ons nu duidelijk hoe al die prijswinnende National Geographic kikkerfoto's gemaakt worden. Leuk is het wel en het zijn adorabele diertjes. Onwaarschijnlijk klein en heel fotogeniek.
De lodge is toch een goede plek voor foto's want de voedertafels worden elke ochtend voorzien van een tros bananen, wat een keur aan vogels aantrekt. Papegaaien, kleine, felgekleurde Honeycreepers de wat futuristisch ogende Oropendola's. De Toekans echter, zijn onbetwist de mooiste. Ze komen zo dichtbij dat ik meestal een paar stappen achteruit moet om ze helemaal op de foto te krijgen.
De meeste gasten komen hier dan ook voor deze vogels. Zo ook de Chinese Amerikaan uit California, die enthousiast vraagt naar mijn camera en zijn eigen succes opnames laat zien. Hij stelt zich beleefd voor, maar negeert daarbij volkomen mijn echtgenote, die 20 centimeter naast mij staat. Dichterbij hoeft niet voor ons. Ook bij de tweede keer dat we hem tegenkomen, keurt hij haar geen blijk waardig. Integratie is kennelijk niet alleen bij ons een probleem.....
Prachtig Peter, ik zie geen kans om het met eigen ogen te gaan bekijken, maar dit is "the next best thing" ;) Dank je wel!
BeantwoordenVerwijderenMooie foto's Peet! Happy met de camera zo te zien.
BeantwoordenVerwijderen